Er komt een moment waarop je auto echt niet meer kan. Dat moment kun je heel lang uitstellen. En dat was precies wat ik deed. Mijn oude Golf cabrio bracht me tenslotte nog steeds van a naar b. Hij reed als een zonnetje en hij lag als een blok op de weg. Maar toen sloeg de twijfel toe. Het handschoenenkastje zat dichtgeplakt met tape. De ruitenwissers brachten een geluid voort dat het meest weg had van de wind door de bomen in een enge film. Het raam aan de bestuurderskant kon niet meer open. Voor een kaartje in de parkeergarage moest ik eerst uitstappen. Nog een geluk dat ik niet ben aangehouden. Ik bracht het barrel toch weg voor apk, want wie weet. Daar bleek een groot deel doorgeroest. Er kwam twee liter water uit de rechterdorpel. Bij elke wat langere rit moest ik het waterreservoir bijvullen. Daarnaast leken de remmen het langzaamaan te begeven. Stapvoets reed ik daarom maar op het rode licht af. De kap ging nog wel open, maar vaak niet meer dicht. Als ik startte, liet ik een enorme roetwolk achter. En dat gaf de doorslag. Het zou niet goedkomen met mijn ecologische voetafdruk. Daar ging hij dus, de cabrio. Om me heen hoorde ik zuchten van verlichting. Maar toch zou het me niet verbazen als ik Fred Flintstone er binnenkort in zie voorbij zie komen.