Ik kijk Engels voetbal. Niet dat ik ervoor ben gaan zitten, maar Zaagmans kijkt. Daarom kijk ik min of meer ongewild af en toe met een schuin oog mee. Het publiek juicht. Ik kijk op en ik zie ijdele mannen over het veld draven met kapsels waar tijd in gestoken is. Dit is geen kwestie van even voor de spiegel, hand door je haar en klaar. Deze kapsels vereisen aandacht. Als voetballer weet je alle ogen op je gericht. Dan kun je niet met een warrig kapsel achter een bal aan hollen. Nee, je moet een kaarsrechte zijscheiding hebben en je haar moet strak gekamd naar een kant zijn, alsof je net uit de kappersstoel komt. Of er moet een figuurtje in je haar geknutseld zijn met een tondeuse. Of je hebt een bos haar die op een ongewone manier in bedwang wordt gehouden, waardoor er een pluim ontstaat. Ik vind het ongehoord knap. Met zulke kunstwerken op je hoofd je in het zweet lopen en toch nog steeds aan dat haar denken. Behalve Harry Kane. Maar die kan dan ook echt voetballen.